Section divider type: wavesDashed --
position: bottom
Dit is een bijdrage van Ingrid van Tiel
forge Musee in Etueffont
de woon- en werkplaats van 4 generaties smeden, de familie Petitjean van 1843 tot 1977.
Aan de voet van de Vogezen, te bereiken via rustige wegen door charmante dorpen ligt het smederij-museum van Etueffont. Dit was de woon- en werkplaats van 4 generaties smeden, de familie Petitjean van 1843 tot 1977. In een gebouw uit de 18e eeuw, opgenomen in de inventaris van de Monuments Historiques kunt u de geschiedenis leren kennen van deze smederij en het omliggende dorp en landerijen.
Van 1843 tot rond 1910 was Etueffont een dorp waarvan de bewoners half boer half zelfstandige handarbeider waren en waarin de smederij een goed lopende zaak was en de smid een belangrijke positie bekleedde in het dorp.
Toen werd de klantenkring snel kleiner door de mechanisatie van de landbouw, waardoor geen trekdieren meer hoefden te worden beslagen en veel klein gereedschap overbodig werd.
Vervolgens nam de boerenbevolking snel af. Ze gingen werken in de naburige fabrieken, waar een veel beter loon was te verdienen dan op de arme akkertjes rond het dorp. In 1913 werd een spoorweg aangelegd waardoor men ook in de stad Belfort kon gaan werken.
In 1952, bij de dood van Camille Petitjean, neemt zijn zoon Cesar het bedrijf niet over omdat er geen droog brood meer te verdienen valt. Wel komt hij nog regelmatig naar de smederij van zijn vader om een paar trekdieren te beslaan of wat gereedschap of karren te repareren.
In 1977 sluit de smederij voorgoed zijn deuren.
Tijdens het museumbezoek kunt u het ambacht van de smid en de wagenmaker ontdekken, het dagelijks leven van de familie en de vele lokale handwerksberoepen uit het begin van de 20e eeuw, een tijd waarin het respect voor de natuurlijke omgeving en het vermijden van verspilling zelfsprekend waren. Enkele van de landbouwtechnieken uit deze tijd komen weer in de mode, nu men begint na te denken over een duurzamer manier van leven.
Het forge-musée is zeker niet alleen een verzameling van voorwerpen : het is een levend museum, waar de vakkennis van de smid nog steeds wordt doorgegeven tijdens de demonstraties en smeedcursussen.
Van 1843 tot rond 1910 was Etueffont een dorp waarvan de bewoners half boer half zelfstandige handarbeider waren en waarin de smederij een goed lopende zaak was en de smid een belangrijke positie bekleedde in het dorp.
Toen werd de klantenkring snel kleiner door de mechanisatie van de landbouw, waardoor geen trekdieren meer hoefden te worden beslagen en veel klein gereedschap overbodig werd.
Vervolgens nam de boerenbevolking snel af. Ze gingen werken in de naburige fabrieken, waar een veel beter loon was te verdienen dan op de arme akkertjes rond het dorp. In 1913 werd een spoorweg aangelegd waardoor men ook in de stad Belfort kon gaan werken.
In 1952, bij de dood van Camille Petitjean, neemt zijn zoon Cesar het bedrijf niet over omdat er geen droog brood meer te verdienen valt. Wel komt hij nog regelmatig naar de smederij van zijn vader om een paar trekdieren te beslaan of wat gereedschap of karren te repareren.
In 1977 sluit de smederij voorgoed zijn deuren.
Tijdens het museumbezoek kunt u het ambacht van de smid en de wagenmaker ontdekken, het dagelijks leven van de familie en de vele lokale handwerksberoepen uit het begin van de 20e eeuw, een tijd waarin het respect voor de natuurlijke omgeving en het vermijden van verspilling zelfsprekend waren. Enkele van de landbouwtechnieken uit deze tijd komen weer in de mode, nu men begint na te denken over een duurzamer manier van leven.
Het forge-musée is zeker niet alleen een verzameling van voorwerpen : het is een levend museum, waar de vakkennis van de smid nog steeds wordt doorgegeven tijdens de demonstraties en smeedcursussen.